Onlangs schreef ik een blog over onze IT Indicator 2024, en dan met name over alle bevindingen op IT-gebied die uit dit onderzoek voortkwamen. Maar hoe goed je IT-landschap in technische zin ook is ingericht, uiteindelijk staat al die techniek in dienst van de mens. Daarom lieten we ook onderzoek doen naar wat werkend Nederland belangrijk vindt op de werkvloer.
Sinds ‘corona’ steeds meer gaan thuiswerken en hebben we onze ideeën over ‘waar’ en ‘hoe’ we werken flink herzien. Met GenZ heeft bovendien een nieuwe generatie werknemers de werkvloer betreden, met eigen waarden en opvattingen als het gaat om werk en de werkplek. Voor ons was het reden om in onze IT Indicator 2024 (waarvoor we samen met MarktEffect meer dan 1.000 werkende Nederlandse ondervroegen) ook het menselijke aspect mee te nemen.
Wat ik zelf meteen erg interessant vond om te lezen, was hoe verschillende generaties hun rol op de werkvloer ‘pakken’. Opmerkelijk feitje: waar de oudere generatie (55+) veel waarde hecht aan humor op de werkvloer, verkiezen jongere werkenden (tot 35 jaar) hun persoonlijke ontwikkeling boven ‘lol’. Waar twee derde (64 procent) van de 55-plussers zegt humor op de werkvloer erg belangrijk te vinden, is dat bij respondenten onder de 35 jaar slechts 45 procent.
Zo er zijn méér intergenerationale verschillen. Hoewel de meeste werkende Nederlanders (68 procent) teamwerk boven individueel werk verkiezen, geeft de jongere generatie (jonger dan 35 jaar) vaker de voorkeur aan alleen werken (39 procent). Ter vergelijking: van de respondenten van 55 jaar of ouder verkiest slechts een kwart alleen werken boven het werken in teamverband.
Ook op het gebied van (vermeende) productiviteit waren er verschillen die me opvielen. Zo geeft van de werkenden van 35 jaar of jonger bijna de helft (46 procent) aan minder in staat te zijn om gestructureerd te werken, vanwege hun korte spanningsboog. Dat is dan ook meteen een belangrijk verwijt van de vijftigplussers aan de jongeren: dat ze niet in staat zijn om gestructureerd te werken. Tegelijkertijd denken veel jongere werknemers dat de oudere generatie juist productiever zou kunnen zijn als zij meer gebruikmaken van de beschikbare technologie.
Het blijkt maar weer: zoveel mensen, zoveel verschillen. Tegelijkertijd is de belangrijkste les hieruit denk ik vooral dat de aanwezigheid van meerdere generaties op de werkvloer kan zorgen voor balans. Jonge medewerkers zijn over het algemeen nog zoekende qua talenten en functie, terwijl de oudere generatie die fase vaak al heeft doorlopen en vanuit ervaring als klankbord kan fungeren. Andersom kan de oudere generatie ook blijven leren van jongeren, door open te staan voor hun visie en nieuwe, frisse inzichten op ‘hoe het werk wordt gedaan’; denk alleen maar aan het toenemende gebruik van AI.
Als we ten slotte kijken naar het ‘grotere plaatje’ vanuit ons eigen vakgebied, dan onderstreept het rapport denk ik vooral het cruciale belang van het continu luisteren naar de IT-behoeften van medewerkers. Want niemand is hetzelfde. Door goed te luisteren naar wat medewerkers nodig hebben, kunnen we IT-oplossingen beter laten aansluiten op hun werk. Dit maakt het werk niet alleen makkelijker en efficiënter, maar zorgt er ook voor dat medewerkers zich meer betrokken en tevreden voelen. Door hier continu aandacht aan te besteden, bouwen we aan een werkomgeving waarin iedereen goed kan werken en zich prettig voelt.